Geschiedenis
De geschiedenis van de staalindustrie in de regio van de stad Luik gaat ver terug. Verder dan het ontstaan van België in 1830. In 1817 richt de John Cockerill, een Engelsman, een staalfabriek op in Seraing. Hij koopt het kasteel van de prins-bisschop van Luik en bouwt de eerste hoogovens op cokes (in plaats van houtskool), gebruikmakend van steenkool dat gewonnen wordt in de regio. Hij wil staal gaan produceren voor zijn weefgetouwen. De staalindustrie ontwikkelt zich tot haar hoogtepunt. In 1850 was de fabriek in Seraing zelfs de grootste ter wereld. Een eeuw lang zou Cockerill een belangrijke spil zijn in de economie van de Luikse regio.
In 1962 werd de site Hauts-Forneaux B gebouwd en werd de grootste van België. Vanwege de economische crisis werden de activiteiten in de fabriek langzaam afgebouwd. De vraag naar staal werd minder. Twee jaar na de sluiting werden de hoogovens kortstondig weer opgestart, maar in 2011 besloot de nieuwe eigenaar Arcelor/Mittal de hoogovens definitief stil te leggen. Nog altijd was de vraag naar staal laag en er werd teveel geproduceerd. De fabriek werd in 2014 definitief gesloten. Honderden werknemers hadden ineens geen baan meer.
Door een droge destillatie van steenkolen wordt cokes geproduceerd. Het vermalen steenkool wordt in een zuurstofvrije omgeving verwarmd tot 1000 graden Celcius. Hierdoor kraken de koolwaterstofverbindingen en ontstaan stoffen als waterstofgas, methaan, teer en benzeen. Cokes wordt met name ingezet om ijzererts in een hoogoven te reduceren tot ruw ijzer.
Ons bezoek
Hoofdstuk 4: Gesnapt!
Onze tweede Urbex ervaring willen we direct groots aanpakken. Misschien wel iets te groot. Zonder al te veel research vertrekken we vroeg in de ochtend richting België. Vandaag staat Heavy Metal op de planning, een enorm industriegebied dat al duidelijk zichtbaar is vanaf de snelweg. We parkeren onze auto voldoende van de locatie af en gaan te voet verder. Al snel stuiten we op het eerste probleem. Op de plek waar we de eerste horde willen nemen zijn mensen aan het vissen. Gelukkig zien we al snel een plek waar we het hek over kunnen klimmen. Hoe we ooit terug komen over deze plek, is een probleem later. We denken er al te zijn, maar zien al snel dat we een tweede horde moeten nemen. Sterker nog, naast een enorm hek met scheermesprikkeldraad zien we ook enkele camera’s. Zouden ze functioneren? We willen het er niet op wagen en zoeken een ingang. Aan de linkerzijde is geen opening, maar wel meer camera’s. Aan de rechterzijde zien we een ladder liggen. Die kunnen we goed gebruiken. De ladder schuiven we onder het hek en zo duwen we het scheermesprikkeldraad naar boven. Al tijgerend kunnen we onder het hek door. Yes, we did it!
Rustig lopen we het terrein op en stuitten we op de eerste bouwwerken en mooie elementen die een foto waard zijn. Maar uiteraard willen we proberen binnen te geraken. Op internet hebben we prachtige beelden gezien van de binnenzijde van de gebouwen. Dit blijkt echter een onmogelijke opgave. Want rondom de gebouwen stuitten we op nog meer scheermesprikkeldraad en de deuren zijn allemaal dicht gelast. Binnen geraken lijkt onmogelijk. We lopen om het gebouw heen tot we opeens weer enkele camera’s zien die op ons gericht zijn. Als ze werken, dan hebben ze ons absoluut gezien. Gelukkig vinden we al snel een weg naar binnen. Eindelijk kunnen we foto’s maken van de binnenzijde. Er liggen nog veel elementen en gereedschap. In het kantoor zien we mappen met administratie liggen. In de volgende ruimte ontdekken we een enorme hoeveelheid aan materialen die een aardige waarde moeten vertegenwoordigen. Het is een enorme opslagplaats van onderdelen.
Maar deze opslagplaatsen waren niet de ruimtes die we bezochten. Via een afgebrand deel stappen we naar buiten. Verdomme, weer staan we vol in beeld bij een camera. Nog altijd onwetend lopen we door en komen we uit bij een loods waar een vrachtwagen staat. Uiteraard stappen we even in. Maar dan zien we een auto voorbij rijden. Dat kan nooit goed zijn. We verlaten deze plek en gaan ergens schuilen en besluiten het terrein te gaan verlaten. Op de weg terug scheurt alleen ineens een auto om de hoek. De man heeft ons gezien, stopt zijn auto. Hoewel er even de gedachte is om te vluchten, blijven we staan om zo geen problemen te krijgen. De man spreekt ons in het Frans aan en spreekt geen woord Engels. Jammer genoeg, wij spreken geen Frans. Hij wil weten hoe hoe we heten. “Henk de Vries”. Verder wil hij weten hoe we binnen zijn gekomen en we moeten deze locatie laten zien. Aangezien het een enorme wandeling is, besluit hij even later dat hij ons maar beter van het terrein kan gooien. We stappen in de auto en we worden geheel aan de andere zijde buiten gegooid. Gelukkig geen politie. Ons wacht nu nog een aardige wandeling terug naar de auto. Een goede les, want we waren uiterst onvoorzichtig ditmaal.